2014
Het Rondje Houtenburg
(Kom niet in de volle boot meneer!)
Op 5 september 2014 heb ik voor de tweede maal deelgenomen aan het Rondje
Houtenburg ook wel ‘Dwars door Walcheren’ geheten. Het is een groepsloop over 45
km voor een select groepje loopliefhebbers voor wie het genieten van fraaie
landschappen voorop staat. Het parcours van deze loop gaat voor het grootste
gedeelte over een officieel wandelparcours dat dwars over landerijen gaat. Lopers
en wandelaars gaan over smalle wandelpaden aan de randen van akkers,
weilanden en langs de oevers van watergangen. Een enkele loop je tussen een
kudde koeien door en is het te hopen dat er niet een af andere snuivende Othello of
Hannibal met scherpe horens in de weide rondloopt en vindt dat zijn kudde tegen
ongewenste indringers beschermd moet worden. Doch alles verliep zonder enige
incident en niemand van onze groep van 20 personen is met een DNF-
uitslagenlijst terecht gekomen.
De 2014-
we op 1 juni. Het was toen nog voorjaar. Veldbloemen stonden fris en fruitig langs
de boorden van de watergangen en kieviten en scholeksters scheerden en buitelden
over onze hoofden als we te dicht bij hun nest of loslopende jongen kwamen. De
editie van 2014 was nazomers. Het was oogsttijd en het najaar hing al in de lucht
. Boeren waren de oogst aan het binnenhalen. Diverse soorten groenten zoals uien
en bonen waren al gerooid en ook de bietencampagne (het binnenhalen van de
suikerbieten) was al begonnen. Het was een fraai gezicht als droogstaken hoog
waren opgetast met bonenplanten. Op enige afstand leken de staken op grote
hooischoven. Het oogsten was vaak een familiegebeuren waar het gehele
boerengezin bij betrokken was. Ook kleine hummels van 3-
hun broertjes en zusjes rond. De ca 2 meter lange staken bestonden uit drie houten
palen die tot een piramide werd gebonden. Op ca 30 cm van de grond werden
horizontale palen gebonden die als een draagplateau/drager fungeerden.
Vervolgens werden de geoogste planten met een riek (lange lichte greep) op de
dragers gegooid. Op den duur was de staak geheel met planten bedolven en tot een
twee meter brede pilaar aan oogstplanten geworden. Deze oogstmethode ken ik niet
van de Veluwe, waar ik vandaan kom. Maar in de Zeeland met zijn eeuwige gevecht
tegen het water (Luctor en emergo (= ik worstel en kom boven) is de wapenspreuk
van de provincie Zeeland) en zijn natte gronden kan ik met voorstellen dat de
boeren niet het risico willen lopen dat de oogst op het land verloren gaat als een
regenachtige periode aanbreekt. Overigens heb ik tijdens de loop ook enig profijt
gehad van de oogsttijd. Er groeiden op sommige plekken langs de paden
braamstruiken en daar zag ik dikke zwarte bramen zitten. En die smaakten heerlijk
zoet. Ik heb daarom tijdens de loop enkele handenvol bramen geplukt.
De organisatoren van deze fraaie landschappelijke loop – Willem Mütze en zijn
vrouw Annemarie Hosli – hadden voor de 2014 nog een paar andere veranderingen
doorgevoerd waardoor deze loop een heel ander karakter had dan de 2013-
Zo liepen we in tegenstelling tot de 2013-
Zeeuws element erbij gevoegd namelijk een stuk van ca 2 km over het strand van de
Westerschelde van Koudekerke tot aan Zoutelande. Wat hetzelfde was gebleven
waren de passages door propere Zeeuwse dorpjes. Wat ook onveranderd was – en
eigenlijk het handelsmerk is van deze loop -
watergangen met een voetveer/veerpont. In totaliteit moesten we zeven keer met
een veerpont naar de overkant. Degene die met een veerpont naar de overkant
wilde, moest de veerpont met een kabel naar zich toe trekken en dan op de pont
zich naar de overkant trekken. Op de walkant staan twee bielzen met een katrol
waar omheen de pontkabel draaide.
De eerste klap is een daalder waard zo luidt een bekend gezegde, en dat gold ook
voor onze eerste oversteek met een voetveer. We waren nog maar enkele
kilometers onderweg en de groep was nog redelijk dicht bij elkaar gebleven. De
snelste lopers hadden de pont al naar de walkant getrokken en hielden de pont
gereed voor de lopers na hen. Toen ik arriveerde stonden al vijftien personen op de
pont en het was dringen geblazen. ‘Kom erop joh! Het kan nog wel”, zo riepen enige
lopers tegen mij. Ik weifelde. Ik zag dat de pont al vrij diep in het water lag en de
vloer stak nog ternauwernood boven het water uit. De lopers op de pont bleven bij
me aandringen om toch op te stappen. Ik wilde me niet laten kennen, dus ik stapte
op. Meteen begonnen enkele lopers aan de kabel te trekken om de pont naar de
overkant te krijgen. Er ging iets mis met de gewichtsverdeling op de pont want we
maakten water. De pont begon zwaar naar achterover te hellen, net op het gedeelte
waar ik stond. Het water liep over m’n schoenen heen en steeg zelfs tot boven m’n
enkels. “Daar gaan we”, zo flitste het door m’n hoofd. Het enige waar ik me toen
zorgen om maakte was hoe ik m’n fototoestel kon drooghouden. Dat ik een nat pak
zou halen, deerde me niet in het minst. Het was windstil en bijna 20 graden. Binnen
een uur zou ik me weer droog hebben gelopen. Er was tumult op de pont en een
boel gehannes en geharrewar. Inmiddels was Willem met drie andere lopers ook bij
de pont aangekomen. Zij lagen dubbel van het lachten. Ze amuseerden zich
kostelijk om ons gestuntel en hebben ons riant op de plaat gezet.
Het ponttafereeltje deed me sterk deken aan het lied “De Veerpont” een prachtige
klassieker van Drs P. Het lied gaat over een pontbaas die met zijn veerpont over een
rivier heen en weer gaat. Vanwege de eentonigheid van zijn werk krijgt hij allerlei
overdenksels en diepzinnige gedachten. De pontbaas probeert vanuit zijn cabine
met een megafoon een opdringerige en ontembare meute pontbezoekers aan de
walkant in bedwang te houden. Maar de menigte wil koste wat kost naar de overkant
en is niet bereid om tot de volgende oversteek te wachten. De pont ligt al gevaarlijk
diep in het water en nog steeds stappen mensen de pont op. Men is werkelijk niet
meer te houden. De pontbaas roept heel nadrukkelijk en langzaam door zijn
megafoon: “De – Boot -
meneer. U ziet toch dat de boot vol is”. Maar de man stapt toch op en na hem nog
vele anderen. De pontbaas waarschuwt nog een paar keer en er klinkt steeds meer
vertwijfeling en wanhoop in zijn stem. Hij roept: ”Dit – loopt -
nou mensen, stap niet op de volle boot!” Zijn waarschuwingen klinken steeds
radelozer maar alles is tevergeefs. Dan klinkt er een luide knal en gegil en met veel
blub blub-
Dit lied van Drs P is ijzersterk door zijn simpele intrigerende tekst, met veel kracht
van herhaling. Vooral de zinnetjes die als refrein op verschillende toonhoogtes en in
echovorm worden gezongen zijn overbekend: Heen en weer, heen en weer, heen en
weer, heen en weer…. Ook zijn gortdroge humor, zijn bijpassende gortdroge stem
en tekstuele spitsvondigheden maken het lied tot een van de beste klassiekers in de
Nederlandse taal.
In onze Rondje Houtenburg hadden we bijna zo’n veerboot-
de meneer die tegen alle waarschuwingen van de pontbaas in toch op de volle boot
was gestapt. Dom, dom, dom. Ik had spijt dat ik dat had gedaan. Maar wonder
boven wonder richtte de pont zich toch weer op en met slechts natte voeten en
kuiten stapten we de walkant op.
Achteraf gezien was het eigenlijk jammer dat pont niet daadwerkelijk was
gekapseisd. Het had werkelijk onvergetelijke fotomomenten en smeuïge verhalen
opgeleverd waarover wij met elkaar jarenlang al gnuivend herinneringen konden
ophalen. Ik ben nogal visueel ingesteld en zie in m’n verbeelding al foto’s van een
pont die op zijn zijkant ligt met allerlei spartelende, hoestende en proestende
opvarenden erom heen. Vervolgens zie je dan foto’s van lopers die onder de
modder en eendenkroos de wal opkruipen. En op hardloopfora als ultraned.org en
mudsweattrails.org zie je dan foto’s voorbij komen met daaronder snedige,
dubbelzinnige commentaren zoals: “Groepsloop valt in het water” of “Een pont te
ver” of “Luctor et submergo (een parodie op de Zeeuwse wapenspreuk Luctor et
emergo)”. Ook een plek als het keurige Walcheren met zijn onberispelijke dorpjes is
dé plek om zo’n ‘scheepsramp’ te hebben. Het is er zo ontzettend keurig, en dan
hou ik van ‘enig contrastwerking’. (Ja, ja, een beetje rebels ben ik wel.) We zouden
op Walcheren in onze natte besmeurde outfit behoorlijk uit de toon zijn gevallen en
menig wenkbrauw hebben doen fronsen. Zo’n vrijgevochten bende trekt daarginds
niet dagelijks door te straten. Maar goed, dit zijn slechts gedachtespinsels.
Later zag ik overigens bij een andere, identieke pont een bordje staan dat slechts
vier personen tegelijk op een pont mochten staan. En wij stonden met ons zestienen
op de pont…..
Voor het overige zijn geen gekkigheden meer gebeurd en hebben we heerlijk
genoten van het landschap waar we doorheen trokken. Annemarie leverde met de
camper als de mobiele verzorgingspost groots werk zodat we steeds tijdig onze
natje en droogje kregen.
Een aardige toevoeging aan het parcours is het stuk strand tussen Koudekerke en
Zoutelande. Toen ik daar aankwam, waren nog dagjesmensen aan het sporten op
het strand of lagen te zonnen op een stretch bed of waren aan het zwemmen in zee.
Op de dijk van Koudekerke staat een bijzonder herdenkingsmonument. Het is een
bronzen manshoge hardloper die door een grote cirkel heen loopt. Het beeld staat op
een twee meter hoge sokkel. Aan de voet van het beeld staat de tekst: ”Marathon
Zeeland, verder dan ver”. Ik ken deze marathon. Het is de Zeeuwse Kustmarathon.
Deze marathon is een schitterende landschappelijke marathon die ik op 7 oktober
2006 tezamen met Steven van de Veire heb gedaan. Het lopen op het strand was
destijds loeizwaar vanwege het springtij op dat moment. We moesten vrijwel tegen
de duinvoet lopen over het losse, mulle zand. Maar het deerde allemaal niet. Het was
toen een prachtige zonnige najaarsdag met een prettige frisse bries.
Maar ook tijdens ons Rondje Houtenburg heeft de zon zich toch nog even laten zien.
Al was het pas tegen het einde van de loop. Vlak voordat ik bij de finish kwam,
scheen de zon voorzichtig door de wolken. Dat was een perfecte timing. Er waren al
lopers binnengekomen en zij zaten aan lange picknicktafels vol met proviand na te
genieten in de zon. Tussen het proviand ontwaarde ik een grote fles bier. Kijk, voor
een man van de vaste rituelen zoals ik kan de dag dan niet meer stuk. Super! Een
beloningsbiertje na kilometers zwoegen is voor mij een godsgeschenk.
Willem en Annemarie hadden nog een verrassing voor ons. Ze hadden tezamen met
enige vrienden een pastamaaltijd met salades bereid. Dat was Limburgse
gastvrijheid ten top. Klasse! We hadden op de 2014-
we allemaal met veel plezier terugkijken. Ik ben zeer benieuwd wat volgend jaar gaat
brengen en ook of weer hilarische voorvallen zich voordoen. Iets met een pont
bijvoorbeeld…..
Raymond
—-